Advocatenkantoor Nass

22 juni 2010

Schadevergoeding na huisbezoek sociale dienst

Nadat een bijstandsgerechtigde niet was verschenen op een uitnodiging van de sociale dienst omdat hij ziek was, vond een huisbezoek plaats. Tijdens dat huisbezoek moesten betrokkenen onder meer hun bankafschriften en de inhoud van hun portemonnee moeten tonen. Uit de bankafschriften bleek dat er diverse kasstortingen waren gedaan. Kennelijk betrof dit bedragen die de bijstandsgerechtigde van zijn broer had geleend, maar werden deze door de sociale dienst aangemerkt als schenkingen die betrokkene had moeten melden.

De rechtbank was van oordeel dat voor het huisbezoek geen redelijke grond bestond en dat daarom beginsel sprake was van een niet geoorloofde inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van appellanten, als bedoeld in artikel 8 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM). Omdat de ambtenaren vooraf niet hadden medegedeeld dat weigeren van het huisbezoek geen gevolgen zou hebben voor de uitkering mocht van de bij het huisbezoek aangetroffen bewijsmiddelen geen gebruik worden gemaakt. Indien vooraf voor het huisbezoek wel een grond bestaat kan het weigeren van het huisbezoek wel gevolgen voor de uitkering hebben en hoeven de ambtenaren een dergelijke mededeling niet te doen.

De rechtbank zag geen aanleiding tot toekenning van een schadevergoeding omdat de schade niet aannemelijk was gemaakt. De Centrale Raad van Beroep kende wel een schadevergoeding toe, zij het dat deze slechts € 200,-- bedroeg.

Zie hier de uitspraak.

Meer controlemogelijkheden sociale dienst

Huisbezoeken sociale dienst