Advocatenkantoor Nass

8 november 2010

Monopolie gemeenten bij schuldsanering doorbroken

Een wettelijke schuldsanering (wsnp) duurt als alles regelmatig verloopt, 3 jaar, althans dat is de theorie. De praktijk is weerbarstiger. Artikel 285 lid 1, onder f van de Faillissementswet bepaalt namelijk dat bij de aanvraag moet worden overgelegd een met redenen omklede verklaring dat er geen reële mogelijkheden zijn om tot een buitengerechtelijke schuldregeling te komen, alsmede over welke aflossingsmogelijkheden de verzoeker beschikt, afgegeven door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente van de woon- of verblijfplaats van de schuldenaar. De gemeente moet dus eerst proberen tot een buitengerechtelijke schuldsanering te komen en vervolgens een verklaring opstellen waaruit blijkt dat en waarom dit niet mogelijk is. In de praktijk leidt dit , o.a. als gevolg van wachtlijsten,vaak tot een langdurige gemeentelijke bureaucratie, met als gevolg dat, als men dit voortraject meerekent, de schuldsanering in de praktijk eerder 6 dan 3 jaar duurt. In een uitspraak van 5 november 2010 heeft de Hoge Raad nu bepaald dat een dergelijke verklaring ook door personen, bedoeld in art. 48 lid 1, onder c van de Wet op het Consumentenkrediet, waaronder advocaten, mag worden afgegeven. Dit kan er toe bijdragen dat een groot deel van de problemen en het lange wachten dat aan een schuldsanering vooraf gaat, kan worden weggenomen. Overigens betekent dit niet dat een schuldsanering nu even makkelijk d.m.v. een snel briefje van een advocaat geregeld kan worden. Uit de verklaring moet immers blijken dat er geen reële mogelijkheden zijn om tot een buitengerechtelijke schuldregeling te komen. Daarvoor is nodig dat eerst geprobeerd is tot een dergelijke schuldregeling te komen. Uit de verklaring zal vervolgens op zijn minst moeten blijken wat er gedaan is, wat de inhoud van de voorstellen is geweest en waarom deze pogingen niet tot resultaat hebben geleid. Als de aanvraag gedaan is zal de rechtbank ook nog gaan beoordelen of de verklaring aan de eisen voldoet. Er blijft dus het veel voorbereidend werk nodig. Hieraan verandert de uitspraak van de Hoge Raad niets.