In de bijstand. Het betekent rond komen van een minimaal inkomen en onderworpen worden aan een woud
van regels en controlemaatregelen. Hoe overleef je het? Waar moet je op letten?
Is uw WW uitkering beëindigd? Bent u uw inkomstenbron kwijt? Dan is het belangrijk de bijstand direct aan te vragen.
Dus niet eerst zonder inkomsten “zelf” werk gaan zoeken. Een bijstandsuitkering gaat, behoudens hoge uitzonderingen, niet eerder in dan de dag
waarop de betrokkene zich gemeld heeft om bijstand aan te vragen. Als u een maand wacht met het aanvragen van een uitkering,
zal dat in het algemeen betekenen dat u een maand van inkomsten verstoken bent. Dat is niet alles. Als u daarna een bijstandsuitkering
aanvraagt moet u er rekening mee houden dat u moet aantonen waar u in de voorafgaande periode van hebt geleefd. Als dat niet lukt, kan
het gevolg zijn dat u geen bijstandsuitkering kunt krijgen.
Zie bijvoorbeeld deze uitspraak.
Voorziet u in het levensonderhoud op een andere manier dan door middel van loon uit dienstbetrekking of uitkering, bijvoorbeeld door geld op te maken,
en bestaat er een kans dat u later bijstand moet aanvragen - die kans is nooit uit te sluiten - zorg dan dat er voldoende gegevens zijn om te bewijzen
waar u in die periode van geleefd hebt. Zie deze uitspraak.
Ga ook niet van geleend geld leven. Is het nodig om, als u in afwachting bent van een beslissing op een aanvraag, geld te lenen van familie of kennissen, zorg er dan
voor dat degene die de lening vesrstrekt, dat doet door een bankoverschrijving met daarop de vermelding "lening voor levensonderhoud. Zie daarvoor
hier meer. Zie daarvoor ook deze uitspraak punt 4.9.
Stel het aanvragen van een bijstandsuitkering ook niet uit om eerst een andere procedure af te wachten.
In deze uitspraak
achtte de Centrale Raad van Beroep het afwachten resultaat van de bezwaarprocedure tegen beëindigen ziektewet geen bijzondere omstandigheid
voor eerdere bijstandsverlening, waardoor de betrokkene een tijd van inkomsten om in het levensonderhoud te voorzien. verstoken bleef.
Niet kunnen aantonen waar je in de periode voor de aanvraag hebt verbleven kan het krijgen van een bijstandsuitkering in de weg staan.
Zie deze uitspraak.
Lening voor levensonderhoud
Is het nodig om, als u in afwachting bent van een beslissing op een aanvraag, geld te lenen van familie of kennissen, zorg er dan
voor dat degene die de lening vesrstrekt, dat doet door een bankoverschrijving met daarop de vermelding "lening voor levensonderhoud".
De gemeente kan, als de bijstand is aangevraagd of als de uitkering al is toegekend, dus als u de uitkering ontvangt,op ieder moment verlangen dat bankafschriften over een voorbije periode worden overgelegd. Zorg er voor dat u alle bankafschriften van alla bankrekeningen over een zo lang mogelijke periode klaar hebt liggen, zodat die, indien nodig, direct overgelegd kunnen worden.
Dat wordt niet anders als er niets op de bankrekening staat en u geen afschriften ontvangt.
Zie bijvoorbeeld
deze en
deze uitspraak.
Tegenwoordig is het voor zover bekend bij alle banken op een betrekkelijk eenvoudige wijze mogelijk via de website bankafschriften te downloaden, zodat het verstrekken van bankafschrift niet zo'n probleem meer hoeft te zijn, maar je moet dan wel inloggegevens en mogelijk een bankpas en een apparaatje waarmee je met de bankpas kan inloggen, hebben.
Gemeente wenst bewijsstukken
Hebt u, als u een uitkering hebt aangevraagd of ontvangt, een brief ontvangen met een mededeling dat u binnen een bepaalde termijn bepaalde stukken of gegevens, misschien een hele waslijst, moet overleggen?
Let dan op het volgende:
Zorg als het even mogelijk is dat u binnen de gestelde termijn aan de eis van de gemeente voldoet. Maak twee gelijke pakketjes met kopieen van de over te leggen stukken en lever een in bij de gemeente. Bewaar het andere zodat u, als er later moeilijkheden zijn precies weet wat u hebt ingeleverd.
Lukt dat niet alle gegevens binnen de gestelde termijn over te leggen, leg dan de beschikbare gegevens binnen de gestelde termijn over, op de wijze zoals hiervoor aangegeven, en vraag dan voor het verstrijken van de gestelde termijn om uitstel voor het inleveren van de andere stukken. De gemeente mag een verzoek om uitstel niet negeren.
De eerste volzin van artikel 17 lid 1 van de Participatiewet (tot 2015 Wet Werk en Bijstand), luidt als volgt:
“De belanghebbende doet aan het college op verzoek of onverwijld uit eigen beweging mededeling van alle feiten en omstandigheden waarvan
hem redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat zij van invloed kunnen zijn op zijn arbeidsinschakeling of het recht op bijstand.”.
Deze verplichting gaat heel ver en is in zodanige bewoordingen omschreven dat er van alles onder kan vallen. Bij de aanvraag of bij gesprekken met een behandelend ambtenaar wil de gemeente misschien weten of u samen woont. Misschien bent u er van overtuigd dat u niet samen woont. Als er moeilijkheden zijn, zal er gezegd worden dat de betrokkene een gezamenlijke huishouding voert en dit niet aan de gemeente heeft gemeld en daarom zijn of haar inlichtingenplicht niet is nagekomen, wat vergaande gevolgen kan hebben.
Hebt u een vriend of vriendin die vaak bij u verblijft?
Zie dan
Samen wonen en gezamenlijke huishouding
Iedere cent die op uw bankrekening wordt bijgeschreven kan een omstandigheid zijn die van invloed kan zijn op het recht op bijstand en moet gemeld worden, ook als het een bedrag is dat u zelf op uw bankrekening gestort hebt. Daarna gaat de gemeente behoordelen of het bijgeschreven bedrag op de bijstandsuitkering moet worden ingehouden. Als u bankafschriften moet inleveren en er blijkt een bedrag te zijn bijgeschreven dat u niet gemeld hebt, hebt u mogelijk een ernstig probleem.
De gemeente kan dan bijstand terugvorderen en een boete opleggen. Een gevolg daarvan kan zijn dat u geen gebruik meer kunt maken van de gemeentelijke schuldhulpverlening. Zie daarvoor lid 3 van
artikel 3 van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening.
Ook het bezit, aankoop en verkoop van auto's en andere goederen die waarde vertegenwoordigen moet gemeld worden. Er kan handel in worden gezien. Zie bijvoorbeeld deze uitspraak.
Een melding moet tijdig gedaan worden en hoe een melding gedaan moet worden, is niet altijd duidelijk. Dat u het college tijdig op de hoogte hebt gesteld van de omstandigheden die gemeld moeten worden, moet met verifieerbare gegevens kunnen worden aangetoond.
Zie http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:CRVB:2018:2461
Het verstrekken van bankafschriften en andere bewijsstukken valt niet onder de inlichtingenplicht. Zie
ECLI:NL:CRVB:2022:139
Dat betekent dat het niet voldoen aan verzoeken om bankafschriften of andere bewijsstukken over te leggen geen grond kan opleveren voor het terugvorderen van bijstand of het opleggen van een boete. Wel kan het schending van medewerkingsplicht opleveren, wat een reden kan zijn om een aanvraag af te wijzen of buiten behandeling te laten of te beëindigen.
Hobby’s, vriendendiensten, op geld waardeerbare arbeid
Als je in de bijstand zit kan alles wat gezien kan worden als arbeid die tegen betaling plaats kan vinden, – dat wordt “op geld waardeerbare arbeid” genoemd - gevolgen hebben
op het recht op uitkering en moet, tenzij het gaat om arbeid waar je daadwerkelijk geld verdient en dat je aan de gemeente meldt, – met klem worden ontraden.
Alles wat gezien kan worden als op geld waardeerbare arbeid, ook al levert het geen geld op en kost het alleen maar geld, kan gevolgen hebben voor je uitkering moet je daarom aan het college melden. Als je dat niet doet kan dat ernstige gevolgen hebben. Je kan de uitkering kwijt raken en de mogelijkheid bestaat dat je de uitkering terug moet betalen Daarbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan het helpen van een hulpbehoevende kennis of familielid, het ergens voor de gezelligheid achter de tapkast staan, voor een kennis of familielid op de kinderen passen of proberen een bedrijf van de grond te krijgen. Hoe moet je dat melden? Het is in ieder geval niet voldoende als een ambtenaar ermee bekend is en zegt dat je aan de bel moet trekken zodra er inkomsten gegenereerd worden.
Zie ook
Misschien wordt er bij de aanvraag een vraag gesteld of u samen woont. Waarschijnlijk wordt er niet gevraagd of u een gezamenlijke huishouding voert en niet uitgelegd wat een
gezamenlijke huishouding is. De meeste mensen denken dat ze ook als ze een bijstandsuitkering hebben, een vriend of vriendin mogen hebben en dat het hebben van een vriend of vriendin geen
invloed heeft op de uitkering zo lang deze maar ergens anders woont. Een veel voorkomend misverstand is ook het idee dat samenwonen geen probleem zou zijn als de andere partner maar op het officiële eigen woonadres is ingeschreven.
De term gezamenlijke huishouding valt vaak pas als er problemen zijn. Twee personen kunnen op verschillende adressen wonen en toch een
gezamenlijke huishouding voeren. Veel mensen trappen hier in. Wat is een gezamenlijke huishouding en wat zijn de gevolgen van het voeren van een gezamenlijke huishouding?
Jaren lang heeft hier onzekerheid over bestaan. Het hebben van een vriend of vriendin die vaak op bezoek komt of zelf ergens vaak op bezoek komen, betekende al een risico. Inmiddels zijn de grenzen van wat als een gezamenlijke huishouding moet worden aangemerkt, beter afgebakend.
De belangrijkste voorwaarde is het hebben van het hoofdverblijf in dezelfde woning. De Hoge Raad heeft bij
uitspraak van 13 maart 2015
bepaald dat, indien beiden een ander woonadres hebben, ten aanzien van ieder van hen afzonderlijk moeten worden beoordeeld in welke van die woningen hij zijn hoofdverblijf heeft. Daarbij komt het erop aan in welke van die woningen zich het zwaartepunt van het persoonlijke leven van de betrokkene bevindt. Indien beide personen vier dagen per week op het eigen woonadres en drie dagen op het woonadres van de ander doorbrengen, zullen zij, indien zij op de dagen die zij op hun eigen woonadres doorbrengen niet toch ook op het adres van de ander komen, dus beiden op hun eigen woonadres hun hoofdverblijf hebben, ook al zijn zij zes dagen per week bij elkaar.
Geen rol speelt de bedoeling van het gezamenlijk wonen op hetzelfde adres. Voor een gezamenlijke huishouding is niet vereist dat beide personen een relatie hebben of beogen als een echtpaar samen te leven.
Als de ene persoon bijvoorbeeld alleen voor de kinderen te vaak bij de ander verblijft, kan ook sprake zijn van een gezamenlijke huishouding. Let daar goed op.
Zie bijvoorbeeld http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:CRVB:2019:3059
Om een gezamenlijke huishouding te kunnen aannemen geldt bovendien de eis van wederzijdse verzorging. Deze geldt niet in een aantal gevallen die genoemd worden in artikel 3 lid 4 van de Participatiewet, waaronder het geval dat zij gehuwd geweest zijn of eerder voor de verlening van bijstand als gehuwden zijn aangemerkt of samen een kind hebben.
Zie bijvoorbeeld deze uitspraak.
Geen eigen woonadres?
Het hebben van een eigen woonadres kan geen voorwaarde zijn voor het krijgen van een bijstandsuitkering, maar zonder eigen woonadres wordt het wel
nog een stuk ingewikkelder. Iemand zonder woonadres die bijstand aanvraag moet controleerbare gegevens verstrekken over zijn feitelijke verblijfplaats
om de gemeente de gelegenheid te geven vast te stellen dat hij dakloos is en niet een vast hoofdverblijf heeft. Dat blijkt een heel moeilijke zaak. De
enige manier zal soms zijn gebruik maken van daklozenopvang. Zo wordt misbruik van de daklozenopvang door de overheid min of meer afgedwongen.
Overigens betrof de laatste van deze twee uitspraken iemand die niet werd aangetroffen op een bankje in de buitenlucht waar hij kennelijk had opgegeven, te slapen.
Iemand die dakloos is lijkt overigens wel aanspraak te kunnen maken op opvang. Zie daarvoor
Hier een uitspraak in een zaak van iemand die
geen huissleutel van het opgegeven adres had.
Woon je bij iemand in en ontvang je bijstand of heb je bijstand aangevraagd, dan is het noodzakelijk dat de sociale dienst op ieder gewenst moment
een huisbezoek kan afleggen en dat niet eerst de toestemming van de hoofdbewoner moet worden afgewacht.
Zie bijvoorbeeld deze uitspraak.
De gemeente (het college) is verplicht tot het geven van maatschappelijke ondersteuning in gevallen waarin daar behoefte aan is (artikel 2.3.2 WMO).
In spoedgevallen moet de gemeente een tijdelijke maatwerkvoorziening bieden (artikel 2.3.3 WMO).
Dat kan betekenen dat de gemeente iemand die dakloos is onderdak moet verlenen. Dat volgt uit deze uitspraak: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:CRVB:2018:2106
Onder uitkeringsadres wordt verstaan het adres dat je aan de gemeente hebt opgegeven als je woonadres.
Het is van groot belang echt op het uitkeringsadres te verblijven. Hier een uitspraak die betrekking heeft op
iemand die niet op zijn woonadres kon verblijven omdat hij deze niet kon inrichten en dat niet aan de sociale
dienst gemeld had. Ook kon hij net aantonen dat hij (tijdelijk) bij zijn moeder verbleeft.
Gevolg was dat de uitkering met terugwerkende kracht werd ingetrokken, wat betekende dat hij de uitkering over die periode ook nog eens mocht terugbetalen.
Door de CRvB werd hij in het ongelijk gesteld.
Zie CrvB 14 augustus 2018
ECLI:NL:CRVB:2018:2694
Gesprekken opnemen
Moet u bij de sociale dienst op een gesprek komen en wilt u het gesprek opnemen? Er kunnen goede redenen zijn om een gesprek te willen opnemen. Mogelijk verloopt het gesprek eerlijker als het is opgenomen. Dat laatste kan met name van belang zijn bij verhoren door een sociaal rechercheur.
Het kan van belang zijn bij eventuele latere procedures. Daarvoor is het gewenst dat het opnemen openlijk plaats vindt. Het is mogelijk dat de gemeente of de ambtenaar er bezwaar tegen heeft of zegt dat het niet mag.
Er is geen wet die bepaalt dat je daar recht op hebt, maar even min is er een wet die het verbiedt. De nationale ombudsman heeft hierover een rapport met spelregels opgesteld.
SPELREGELS VOOR HET MAKEN VAN GELUIDSOPNAMEN
1. Een overheidsinstantie staat het maken van een geluidsopname toe, tenzij er zwaarwegende redenen zijn dit niet te doen. In dat geval biedt zij een alternatief aan.
2. Een overheidsinstantie heeft op de eigen website informatie staan over het opnemen van gesprekken.
3. Een burger maakt van te voren duidelijk dat hij een geluidsopname wil maken.
4. De burger verstrekt aan de overheidsinstantie een kopie van de opname als deze dat wenst (of vice versa
als de overheidsinstantie de opname maakt).
5. Noch de burger noch een overheidsinstantie knipt of plakt in een geluidsopname,
tenzij dit wordt meegedeeld.
6. Noch de burger noch een overheidsinstantie verstrekt zonder toestemming van de andere partij geluidsop namen aan derden of maakt deze openbaar.
Het rapport van de nationale ombudsman met deze spelregels vind je hier.
Als je een gesprek met een ambtenaar wil opnemen is het verstandig dit vooraf aan de ambtenaar of de sociale dienst over andere overheidsinstantie bekend te maken. Houd verder ook rekening met de regels 4 t/m 6.
Verhoor door sociaal rechercheur
Oppassen met het ondertekenen van verklaringen die door een of meer sociaal rechercheurs of handhavingsspecialisten zijn opgesteld. Je bent niet verplicht een dergelijke verklaring te ondertekenen. In deze uitspraak zegt de Centrale Raad van Beroep letterlijk: “Indien appellant zich niet kon vinden in de gang van zaken ten aanzien van de verslaglegging, lag het op zijn weg af te zien van het plaatsen van een handtekening.”.
Zie daarvoor deze uitspraak.
Teken nooit een verklaring die je niet gelezen hebt en als je er niet zeker van bent dat die verklaring en de woorden die je in de mond worden gelegd, juist zijn. Als je een verklaring ondertekent waaraan een uitleg kan worden gegeven dat je iets bekent, bijvoorbeeld als de verklaring inhoudt dat je een gezamenlijke huishouding voert of hebt gevoerd, en dat niet hebt gemeld, kan dat vergaande gevolgen hebben en is dat vaak niet meer recht te zetten.
Zie bijvoorbeeld deze uitspraak.
Nooit aan druk toegeven, want achteraf wordt ontkend dat die druk is uitgeoefend. Niks ondertekenen wat niet met de waarheid overeen komst.
Zie ook deze uitspraak,
deze uitspraak.
en deze uitspraak.
Zit je in de bijstand of moet je een bijstandsuitkering aanvragen en heb
je een of meer bankrekeningen die niet noodzakelijk zijn? Dan ligt het
voor de hand die op te heffen om het niet nodeloos ingewikkeld te maken.
Oppassen!
Als een rekening is opgeheven is het soms moeilijk daar bankafschriften
van te krijgen en dat kan tot grote problemen leiden.
Als u een bijstandsuitkering ontvangt brengt de inlichtingenplicht met zich mee dat u zult u iedere cent die op uw bankrekening wordt bijgeschreven zult moeten melden en kunnen verantwoorden.
Zie bijvoorbeeld deze uitspraak
De burger had een bedrag geleend om een schuld te kunnen betalen en kon het bedrag vervolgens bij de gemeente inleveren en moest ook nog eens een boete betalen omdat betrokkene het niet gemeld had. De persoon had het moeten melden omdat deze had moeten begrijpen dat de ontvangst van het bedrag, ook al was het een lening en ook al was deze bestemd om een schuld te betalen, dus niet voor het levensonderhoud, gevolgen kon hebben voor de uitkering. Als de betrokkene het gemeld had, had de gemeente het kunnen inhouden op de uitkering.
Het is belangrijk dit te weten, want gemeenten informeren een burger die bijstand ontvangt of aanvraagt hier vooraf niet over. Dat doet de gemeente meestal pas achteraf als het mis is gegaan, zodat de gemeente kan terugvorderen en een boete kan opleggen. Dat u iedere kasstorting aan de gemeente moet melden volgt uit de inlichtingenplicht. Houd er rekening mee dat de gemeente op ieder moment kan verlangen dat u kopieën van bankafschriften inlevert. Als blijkt dat er bedragen zijn moet u er dus rekening mee houden dat u bijstand ter hoogte van de bijgeschreven of gestorte bedragen aan de gemeente moet terugbetalen en dat u een boete moet betalen omdat u de bijschrijvingen of stortingen niet hebt gemeld.
Ook stortingen die hebben plaatsgevonden voorafgaand aan een aanvraag moeten worden verantwoord en kunnen ertoe leiden dat een aanvraag wordt afgewezen.
Zie hier
Houd er rekening mee dat dit ook geldt voor stortingen op bankrekeningen van minderjarige kinderen.
Zie hier
Afsluiting van water, gas, elektriciteit
Extreem laag gebruik van water, gas en elektriciteit is rechtvaardigt de veronderstelling dat betrokkene geen hoofdverblijf heeft in de woning en kan een reden zijn tot intrekking en terugvordering van bijstand. Dat kan ook als het extreem lage gebruik het gevolg is van afsluiting van water, gas en elektriciteit.
Wordt water, gas of electriciteit afgesloten, zorg dat de sociale dienst op de hoogte is en dat je kan aantonen waar je verblijft.
Zie deze uitspraak.
Beheren van gelden
Als je afhankelijk bent van een bijstandsuitkering moet het beheren van gelden van anderen met klem worden ontraden. De gemeente kan stellen dat je over het geld had kunnen beschikken.
Dus stel je bankrekening niet beschikbaar aan anderen en neem ook geen geld van anderen aan om het voor de eigenaar te bewaren of uitgaven voor de eigenaar van het geld mee te doen enz.